Geert Timmermans, gepassioneerd stadsecoloog van Amsterdam over zijn vrijwilligerswerk
In de komende maanden laten we je graag wat verschillende mensen achter de groene academie zien. Gepassioneerde, vakkundige vrijwilligers die actief zijn met natuurbeheer, reptielen, permacultuur, of het geven van excursies en cursussen.
We spraken met Geert Timmermans, stadsecoloog van Amsterdam én vrijwilliger bij de werkgroep vissen, amfibieën en reptielen Noord-Holland. In het kort, de VAR.
Wat doe je bij de VAR?
Geert:” Ik ben trekker van de werkgroep VAR, samen met *Edo Goverse van RAVON. We organiseren gemiddeld zo’n vijf keer per jaar een activiteit. Dat kan variëren van een lezing tot samen het veld in om waterpartijen te inventariseren op vissen, of zoals bijvoorbeeld op de Zuiderheide bij Laren een inventarisatie van reptielen. Dit doen we vanuit eigen nieuwsgierigheid Ons motto is: “We organiseren activiteiten die we zelf ook leuk vinden. Bezoekers kunnen zich hierop intekenen, het staat op de website en in het kwartaalblad. Mochten er geen mensen komen, dan hebben we sowieso een leuke middag.
We organiseren de excursies natuurlijk ook om mensen enthousiast te maken voor de soorten die nog niet zo in de belangstelling staat en die je écht met een schepnet moet vangen, de kleine reptielen en amfibieën dus. Op deze manier hopen we de kennis van de leden van de werkgroep te vergroten en tegelijkertijd zoveel mogelijk veldgegevens te verzamelen om zo een bijdrage te leveren naar het in kaart brengen van de verspreiding van de zoet- en zoutwatervissen, amfibieën en reptielen in Noord-Holland.”
Wat maakt dit vrijwilligerswerk leuk?
Het is leuk én nuttig. Bij elke excursie ontmoet je weer nieuwe mensen. Samen met een groep mensen kennis delen is gezellig. Iedereen kan zich ook aanmelden voor de excursies, jong oud, beginner of gevorderde. Op deze manier hopen we de kennis van de leden van de werkgroep te vergroten en tegelijkertijd zoveel mogelijk veldgegevens te verzamelen om zo een bijdrage te leveren aan het in kaart brengen van de verspreiding van de zoet- en zoutwatervissen, amfibieën en reptielen in Noord-Holland.”
Stadsecoloog én vrijwilliger, een mooie combinatie
Naast mijn vrijwilligerswerk ben ik in het dagelijkse leven stadsecoloog. Als ik geen stadsecoloog was geweest, dan had ik deze excursies ook georganiseerd. Het is een combinatie die elkaar versterkt. De gegevens die we verzamelen als vrijwilligers kan ik ook goed voor mijn werk gebruiken.
Hiernaast hou ik mij ook bezig met de zoogdieren. De bunzing, boommarter, wezel, otter etc. Er zijn hier weinig gegevens over bekend. Zoals bijvoorbeeld over de otter die we onlangs registreerde bij de faunapassage Naardermeer. Er staan nu zo’n 20 cameravallen uitgezet, rondom het meer. Zo hopen we ook meer beelden hiervan te krijgen. Dit doen we écht als vrijwilliger.
De data die wij verzamelen geven we weer door aan de zoogdierenvereniging. Dat maakt het heel nuttig. Het zou bijvoorbeeld zomaar kunnen zijn dat binnen tien jaar de otter en de bever in de Amsterdamse wateren te vinden zijn. Het vrijwilligerswerk is zeer divers, zoals musseninventarisatie, slechtvalken ringen of het braakballen pluizen van kerkuilen. Stuk voor stuk nuttige lijstjes voor monitoring.
De gemiddelde vrijwilliger is nieuwsgierigheid, wil weten wat er vliegt in je tuin, en is sociaal. Als je een eenmaal de basiskennis hebt kun je verbinding leggen en kun je voorspellingen doen. Met behulp van deze opgedane kennis heb ik bijvoorbeeld de ecologische structuur van Amsterdam bedacht. Daar zitten veel knelpunten in, gebaseerd op verkeersslachtoffers. Als we vaak dode egels of ringslangen vinden proberen we dat op te lossen door middel van ecopassages en vispassages. Zo hebben we inmiddels 155 van de 180 knelpunten opgelost. Door sámen te werken met beroepsvissers en vrijwilligers. De techniek helpt ons hierbij een handje. Zoals de cameravallen, maar ook zendertjes op de grote alen, die door middel van draadjes op de bodem de trek van de vissen registreren.
Een natuurinclusieve stad
Geert: “Als stadsecoloog heb ik met meerdere collega’s een handboek voor een natuurinculieve stad gemaakt. Waar moet je op letten? Wat kun je doen? In dit boek staan 20 ideeën om natuurinclusief te bouwen. We zouden graag een soort puntensysteem maken waaraan nieuwe opdrachten moeten voldoen. We zijn dit aan het testen met drie projecten in Amsterdam, en de feedback is positief. De lijst is redelijk simpel, niet duur en bevat een duidelijke uitleg. Zo willen we in de nabije toekomst de lijst uitbreiden tot 40 punten. Niet alleen voor de aanleg, maar ook voor het beheer. En dit allemaal voor bevordering van de biodiversiteit, de wateropvang en tegen de hittestress in de stad. De informatie vanuit mijn vrijwilligerswerk is ook voor dit project goed bruikbaar.”
Haring in het IJ
Geert:” Ecologie is mijn hobby. Daar was ik al van kinds af aan mee bezig. Samen met collega Martin Melchers hebben we daarom in 1991 het boekje ‘Haring in het IJ’ geschreven. Een boek dat gaat over de wilde natuur in Amsterdam. We waren heel nieuwsgierig waar wat voorkwam. Dat hebben we ook op vrijwillige basis gedaan. De hele stad hebben we verdeeld in kilometerhokken. En per hok wilden we weten wat voor soorten er voorkwamen. Waar vind je ze, waar kun je ze horen? Het boekje bevat ook recepten, eten uit de natuur, zoals de rivierkreeft.
En het boekje is nog steeds actueel! Een soort basis van ons idee om een fijn netwerk te maken in de stad. En dat is nu ook planologisch vastgelegd. Daar ben ik natuurlijk heel trots op.”
*Edo Govers werkt bij RAVON, coördineert het landelijke meetnet amfibieën, en geeft sturing aan de honderden vrijwilligers. Hij rekruteert, enthousiasmeert en traint vrijwilligers die meer willen weten over de kikker, padden en salamanders in Nederland.
Fotogratie en tekst: Rogier Reker